Tijdens de laatste gemeenteraadsvergadering op 18 september in Weesp lag er een motie voor om de gemeenteraad zich te laten uitspreken over de verschijningsvorm van Zwarte Piet. De raadsleden van D66 stellen zich op het standpunt dat dat niet in de gemeenteraad thuis hoort. Hoe zit dat? Vinden we bij D66 het landelijke publieksdebat over Zwarte Piet niet belangrijk?
Ja, bij D66 vinden we alle onderwerpen waar burgers zich druk over maken belangrijk. Maar, bij D66 vinden we persoonlijke vrijheid met zo weinig mogelijk overheidsbemoeienis in je persoonlijke levenssfeer nog belangrijker dan voor of tegen bepaalde aspecten van een kostuum te zijn. Zo belangrijk dat we als volksvertegenwoordigers van een overheid, de gemeente, niet vinden dat wij gaan over kledingvoorschriften. Niet over pruiken, niet over schmink. Niet over hoofdbedekking van welke soort dan ook, niet over de lengte van een rok, niet over aan- of afwezigheid van gezichtsbeharing. Wij vinden dat mensen helemaal zelf mogen weten welke mijter zij graag op hun hoofd willen zetten.
Zelf vind ik niet alleen dat Zwarte Piet niet in de gemeenteraad thuishoort, ik vind dat het onderwerp niet in de politiek thuishoort. Natuurlijk kunnen en moeten we debatteren over veranderingen in de maatschappij en wat die betekenen. Maar politieke voorstellen om tradities per wet of verordening voor eeuwig te laten stollen, zijn per definitie niet houdbaar, want verandering is een gegeven. Onze maatschappij verandert en onze tradities veranderen mee, vroeger, nu en in de toekomst. Verandering houdt onze maatschappij en onze tradities levend en dat zouden we moeten koesteren.
Omdat ik vind dat kostumering iets van het particuliere domein is, vind ik het ook jammer dat Zwarte Piet voor de rechter verschijnt. Met rechterlijke uitspraak gaan we een kostuum verbieden, niet omdat er een wet wordt overtreden of iemand daarmee direct worden benadeeld, maar omdat mensen zich gekrenkt voelen. Ik vind het vervelend als mensen zich gekrenkt voelen en vind dat we als maatschappij ons uiterste best moeten doen om dat niet te laten gebeuren. Maar in dit geval leidt de rechterlijke uitspraak dat de ene groep zich niet gekrenkt mag voelen er toe dat een andere groep zich gekrenkt voelt. Dat lijkt me een heilloze weg naar eindeloze juridische afwegingen over gekwetstheid.
En ondertussen staat het onderliggende probleem van het debat, de aanwezigheid van echt racisme, gebrek aan kansen voor jongeren, armoede en een toenemend maatschappelijk onbehagen daarover, niet op de juiste manier op de politieke agenda. Wat je ook vindt van Zwarte Piet, laat het niet de broodnodige aandacht voor waar het echt over zou moeten gaan, afleiden. Laten we dus Zwarte Piet daar laten waar hij thuishoort, bij Sinterklaas. En laten we politiek, overheid en rechtszaal daarvoor inzetten waar zij voor bedoeld zijn, voor een rechtvaardige en democratische samenleving.